Contemplaties
S.D.G.
De natuur is mijn grootste inspiratiebron voor mijn fotografie. Naarmate ik mij meer en meer bewust wordt van haar zeggingskracht breng ze me terug bij mijn eigen essentie. In haar schilderachtige hoedanigheid roept ze ons mensen op zich weer met haar te verbinden.
Natuurverbondenheid, dat is wat ik in allerlei kunstvormen ook vaak terugzie. Vele grote meesters uit allerlei kunstdisciplines halen en haalden ook hun inspiratie uit de natuur. In gedachten zie ik Vincent van Gogh dwalend door het Franse landschap bepakt met schildersezel, doek, kwasten en verf. Totaal opgaand in een schaamteloos verlangen om het kleurenpallet van de natuur over te brengen naar zijn doek. Geïmponeerd door de grootsheid van de natuur zie ik in gedachten Mahler vol overgave werkend aan zijn imposante derde symfonie. In zijn ‘komponierhäuschen’ aan de Attersee in Steinbach (Oostenrijk) gaf hij de natuur een stem en een geheimzinnige lading mee.
De lijst van kunstenaars voor wie de natuur tot verbeelding sprak en spreekt zou lang zijn. Geboetseerd uit aardse klei, uit steen gebeeldhouwd of opgebouwd uit vergankelijke materialen als oud ijzer en andere metalen onderdelen. Met een gedicht of mooi boek in schrijfkunst gevat of met lichaamstaal in een dans vormgegeven…etc.
Kunstenaars en hun disciplines worden in onze wereld nog te vaak weggezet als irrationele geldverslindende fantasten van weinig nut voor de maatschappij. Als kunst- en natuurliefhebber breekt die opvatting mijn hart en bovendien wordt daarmee ook nog eens de plank volledig misgeslagen.
Met hun intelligentie, vakmanschap en helderziende blik creëren ze reflecties van onze waarachtige wereld waarin alles besloten is. Het zijn juist de kunstenaars die met hun werk in staat zijn om verbroken verbindingen te herstellen. We voelen de emoties die hun verbeelding oproept, we verwonderen ons of geven er onze eigen betekenis aan.
Een mooiere wereld, wie wil dat nou niet?
Een prachtige zondag in januari 2023. Een man met fotocamera loopt door de natuur met een hoofd vol diepe gedachtes.
Soms staat hij stil en kijkt naar de spiegelingen in het water of het licht dat door de bomen valt. Hij luistert en kijkt gefascineerd naar het kabbelende water van de beek. De natuur leidt zijn aandacht naar haar schilderachtig pallet en nu en dan probeert hij de beleving te vangen met zijn camera.
Dat lukt het best als zijn denken wegvalt en hij alleen nog maar waarnemer is.



Tijdens mijn wandelingen door de natuur ervaar ik hoe zinnenprikkelend het voorjaar is.
Genietend van de verwondering ontstond de volgende bezinning over onze menselijke zintuigen.
Horen, zien, voelen, ruiken en smaak zijn prachtige instrumenten om je eigen werkelijkheid te ervaren.
Zodra de zintuigen worden geprikkeld gebeurt er iets opvallends onder het menselijke schedeldak.
De informatie die via de zintuigen binnenkomt is vrijwel onmiddellijk onderhevig aan een oordeel. Je vindt iets lekker ruiken of stinken, lekker smaken of vies. Een aanraking voelt fijn of onprettig, een waarneming met je ogen mooi of je kijkt er liever van weg.
Over geluid dat via je oren binnenkomt heb je ook meestal snel een oordeel; het irriteert je of je vindt het mooi.
De verwerking van de informatie die via de zintuigen binnenkomt in de hersenen is altijd heel persoonlijk.
Kunstenaars hebben het vermogen om met die informatie nieuwe werkelijkheden te scheppen. In schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur, theater, dans, fotografie, film, literatuur, muziek en niet te vergeten in de kookkunst.
De nieuwe werkelijkheden die kunstenaars scheppen zijn zelf ook weer vrijwel direct onderhevig aan een oordeel. Natuurlijk zoveel mensen, zoveel voorkeuren maar wees voorzichtig met een al te snel oordeel, want door kennis en ervaring kan smaak veranderen.
Zintuigen brengen de buitenwereld naar binnen en in die zin zijn het niet alleen maar fysieke functies. Door de ervaring wordt de buitenwereld verbonden met het bewustzijn. Op die manier zijn je zintuigen de poorten waardoor je volledig in contact kunt komen met het ZIJN.
Door het proeven van asperges, het luisteren naar het gekwinkeleer van vogels, mooie muziek of het voelen van de voorjaarszon op je huid kun je dat pure ZIJN ervaren.
Het met open zintuigen beleven van het moment is alleen maar ervarend, zonder analyse en zonder oordeel. Het zijn tijd- en bewegingsloze momenten alsof je luistert naar een zinderende stilte of dat je naar een opmerkelijke waterspiegeling staart.
En het allermooiste van die beleving is wel dat er op zulke momenten geen scheiding is tussen jou en de ervaring zelf. Bewust-ZIJN dus!









In het natuurgebied Meggelveld, gelegen tussen Thorn en Wessem wandelde ik gisteren in de richting van mooie herinneringen aan zomers in de jaren zeventig van de vorige eeuw.







Milan: ‘Mer pap, det zuuse toch, det zeen Theurke en ich’ (Maar pap, dat zie je toch dat zijn Thorsten en ik) Zo kreeg deze foto die ik maakte in de beeldentuin van kunstenaar Jac Linssen onverwacht een diepere en wel heel persoonlijke betekenis…














Locatie: parkeerplaats van het Sint Laurentius ziekenhuis te Roermond.
‘Ben je alleen…?…ik hoor dat je in de auto zit nou zet die maar even aan de kant dan…’
Aan de telefoon mijn huisarts Sarah Coene uit Horn
Vanmorgen was ik nog bij haar voor een consult vanwege nu al weken aanhoudende lage rugklachten. Ze stuurde me toch even door voor het maken van röntgenfoto’s. Wellicht zat er een zenuw klem, maar waarschijnlijk was het niets…
“De radioloog belde net” vervolgde ze “hij heeft bij jou een aneurysma gezien van zo’n 7.5 cm. Dat is een joekel. Levensgevaarlijk en moet geopereerd worden…”
Na enigszins bekomen te zijn van de eerste schrik ben ik toch naar huis gereden.
“Rieke, dit keer heb ik echt eens wat….”
Uit het niets, totaal onverwacht zaten we plotseling in de verkeerde film.
Ria, ik mijn kinderen, mijn familie.
De komende weken werd de dood een realistische metgezel die ons in alle rust de weg zou gaan wijzen naar zaken die ons nu te doen stonden.
Ik maakte samen met mijn huisarts, Ria en Thorsten en Milan een wilsbeschikking. Uitvaartwensen werden besproken en vastgelegd. Ik schreef afscheidsbrieven.
Zaken die je normaliter ver voor je uit schuift maar waarvan ik weet dat ze voor je nabestaanden zo fijn en gemakkelijk zijn en in ieder geval geen vragen open laten.
Intussen volgde een CT-scan, gesprek met Dr. Jiang, een van de vaatchirurgen in Roermond.
De uitstulping in mijn Aorta zit op een moeilijke plek en gevaarlijk dicht in de buurt van een van mijn nierslagaders die ook nog eens vernauwd is.
De chirurg beveelt een klassieke operatie aan waarbij het aneurysma over de lengte wordt ingesneden en er een kunststof prothese wordt ingehecht. Een zware en risicovolle operatie met een lange herstelperiode van 4 tot 6 maanden. Dr Jiang beveelt ook een second opinion aan in Eindhoven of Maastricht.
De chirurg in Eindhoven komt tot exact dezelfde conclusie en aanbeveling.
Dan is de keuze gemaakt….een buisoperatie gaat het worden.
Meer onderzoeken volgen dan. Long- en hartfunctie. Kunnen deze organen zo’n pittige operatie aan..?
Groen licht!!
Dan nog weer een aantal preoperatieve gesprekken met o.a. de anesthesist.
Dan is er een datum en de chirurgen die mij gaan opereren.
Dinsdag 8 september in de ochtend en de chirurgen Sameyn en Janssen.
Op maandag 7 september word ik alvast opgenomen.
Het is dinsdag al vroeg als men begint met de voorbereidingen voor de operatie.
Ben ik bang….?
Nee, ik voel geen angst maar veel kracht van al die mensen die nu in gedachte bij me zijn.
Dankbaarheid voel ik en vertrouwen.
Dan ben ik op weg naar de operatiekamers en weet ik mij omringd door allerlei liefdevolle mensen.
Geruststellende woorden bij de ruggenprik en ook als het na een vierde keer niet gaat lukken…
Dan nog een verplaatsing en ik weet hier gaat het gebeuren. Nogmaals de uitleg van de chirurgen over wat ze gaan doen. We wensen elkaar succes…
Dan een oneindige leegte…..
Dinsdagmiddag 8 september.
Locatie: IC afdeling VieCuri Venlo.
Vijf volle uren heeft de operatie geduurd en ik wordt wakker op de IC.
Dr. Sameyn vertelt me dat alles goed is verlopen.
Ik word omringd door de meest liefdevolle IC-verpleegkundigen die je je maar kunt wensen.
Rond vijf uur is Ria er en er zijn tranen en ik probeer haar wat te troosten.
Intense momenten….we hebben elkaar nog niet hoeven loslaten.
Je zult het niet geloven, maar voor mijn jongens die in Griekenland zijn maak ik een vlog….
Diezelfde avond mag ik al op de rand van het bed gaan zitten.
Op woensdag mag ik al uit bed en proberen te staan en dat gaat!
De eerste aanzetten tot herstel gaan boven verwachting goed en aan het einde van de dag mag ik al naar de verpleegafdeling.
De dagen die volgen zijn niet gemakkelijk maar ik merk dat ik genoeg kracht uit mezelf kan halen om langzaam te gaan herstellen.
Tot nu toe heb ik geen traantje gelaten behalve die ene nacht dat de pijn zo heftig was dat de tranen vanzelf kwamen…
Mijn lijf vecht zich een weg terug naar het leven en dat gaat voorspoediger dan ik had mogen hopen.
Een week later op maandag 14 september mag ik naar huis en dat is veel sneller dan je normaal mag verwachten na zo’n operatie.
Nu kan het revalideren pas echt beginnen…
Ongeveer 10 minuten voordat de “greun bus van Rulkes” stopte bij de Coöperatie begon Kazan onrustig te worden.
Aan het gedrag wisten we dat pap er weer een ondergrondse “sjiech” op had zitten. Vanuit het keukenraam dat uitkeek over de Concordiastraat zagen wij hem dan aan komen met de “pungel” in de ene hand en in de ander hand een leren bruin tasje waarin een boterhamtrommel en een aluminium veldfles.
Baas en jachthond begroeten elkaar elke dag weer opnieuw met groot enthousiasme en wij deelden met even veel vreugde in die blijdschap.
Mam had er vanzelfsprekend voor gezorgd dat pap en wij zonen gelijk kon aanschuiven aan de keukentafel en na het “Engel des Heeren” werd er gegeten.
Als het licht van de dag het nog toeliet ging pap en Kazan nog even het veld in om te jagen. Fiets op, geweer om de schouder en de hond aan de riem…
Een dag vol mijnstof en zwaar ondergronds werk zat er op…
Nog voordat wij de volgende morgen uit bed waren, stond mijn vader nog niet aangekleed in zijn onberispelijk witte onderhemd en witte onderbroek elke dag gebogen over het aanrecht en hoestte hij de longen uit zijn lijf in een poging zich te bevrijden van het mijnstof dat zich meer en meer vastzette in zijn longen.
Wij kinderen aten intussen onze boterhammen, dronken ons glas melk en stoorden er ons niet aan, gingen naar school en alles was gewoon zoals het was, elke dag opnieuw. Over gevoelens werd er niet gepraat…
Na een zesdaagse werkweek werd er steevast op zondagmorgen na de H. Mis een kaartje gelegd bij “Gerrit” het café tegenover de kerk.
Wanneer het eten klaar was, was het potje kruisjassen meestal nog niet uitgespeeld. Menig maal stuurde mam ons dan naar het café om te kijken of pap nog niet kwam…. “gaontj ins kieke of pap nog neet kumptj”…het eten stond te “verzouwelen”.
Bij “Gerrit” klonk de allernieuwste muziek uit de allermodernste geluidsinstallatie met een uitgebreide platencollectie; Gerrit had er een hobby aan. Naast de vele Duitse muziek van o.a. Heino en Freddy Quinn (“Junge komm bald wieder”) maakten wij ook kennis met de nieuwste muziek van onder andere Elvis Presley en Cliff Richard.
Wij vonden het een feestje om pap te gaan ophalen omdat er altijd wel iets aan vast zat. Een zakje Golden Wonder chips met het zout er apart bij in een zakje of een handjevol pinda’s uit de automaat en voor mam altijd een reep chocola met “neutjes” als goedmakertje; “pap kom noe nao hoes, mam haet ut aete klaor”…..
Als het potje dan eindelijk was uitgespeeld wandelden wij met een lollige en aangeschoten vader huiswaarts. Uiteraard kreeg hij thuis eerst “flink op ziene kop” en vervolgens werd er gegeten en genoten wij met ons gezin van een uitgebreide maaltijd. “doevesoep, erpele, greunte oet eige tuin, ein stukske wildj en altied pudding nao”
Een wijntje voor pap en uit de platenspeler van oma klonk een klassiek deuntje….
Vanaf zijn zeventiende werkte pap in de “koel” en uiteindelijk kon zijn hart niet meer oppompen tegen de verstoppingen in zijn longen.
Een deels gelukte hartoperatie, een zuurstofapparaat erna en mijn vader veranderde van een gangmaker op feestjes in een zielig hoopje mens. De “koel” had meedogenloos afgerekend met hem en ademhalen was geen vanzelfsprekendheid meer.
Nu ik zelf qua gezondheid een ingrijpende gebeurtenis heb meegemaakt, heb ik de afgelopen tijd vaak aan pap gedacht en veel met hem gepraat. Over wat hij heeft mee moeten maken en zijn lijdensweg naar het einde toe. Nu pas is het goed tot me doorgedrongen hoe zwaar die weg geweest moet zijn, lichamelijk en vooral ook emotioneel. Steeds meer zie ik ook gelijkenis; het levens-genieten en de liefde voor de natuur.
Op 17 april 2008, de verjaardag van mijn broer Jos liet hij het leven voorgoed los.
Op zijn begrafenis speelde zijn fanfare Concordia waarvan hij een van de medeoprichters was.
Een waardig slot voor onze pap, onze held.
Om je richting te bepalen is het goed om soms even achterom te kijken naar het pad dat je al gelopen hebt…..
MONUMENT
In “Het geluk van Limburg” vertelt Marcia Luyten tot in details de geschiedenis van de mijnen in Limburg. Tegelijkertijd vertelt ze ook verhaal van muzikant en cabaretier Jack Vinders (Sjaakie) die opgroeide in de Kerkraadse wijk Heilust.
Een absolute aanrader voor elke Nederlander die de koolzwarte geschiedenis van Limburg wil leren kennen.
Een aangrijpend verhaal dat nog lang zal blijven nagloeien….
DE TOVERBERG – Thomas Mann
Sommige boeken verdienen het te worden herlezen om echt door te kunnen dringen naar de diepere lagen in het verhaal van de schrijver. Dit is zeker het geval wanneer de lezer er raakvlakken met eigen waarheidsbevindingen in meent de ontdekken, al blijft dát natuurlijk in zekere zin subjectief.
De Toverberg van Thomas Mann is zo’n boek dat mij meesleept naar de verste uithoeken van het denken. Aan de hand van de Hans Castorp neemt de schrijver ons mee naar het hoog in de Zwitserse alpen gelegen kuuroord van Davos. De jonge Duitser bezoekt er zijn neef Joachim met het aanvankelijke voornemen hem daar voor drie weken gezelschap te houden. Kamerheer Behrens is Hoofd Interne Geneeskunde. Hij diagnosticeert, adviseert, behandelt en regelt vooral de in en uitloop van de zieken met als doel de kamers van het instituut zoveel mogelijk bezet te houden.
Als een spin in het web vangt hij op een geraffineerde wijze nieuwe slachtoffers. Met vriendelijke raadzaamheid weet hij te bewerkstelligen dat patiënten gaan nadenken over hun eigen gezondheid. Dan komt als vanzelf de twijfel samen met de angst en lijkt het erop dat men geheel uit vrije wil besluit zich te onderwerpen aan de behandelingen door het instituut. Zo ook vergaat het Hans Castorp en hij blijft er uiteindelijk zeven jaar in plaats van de voorgenomen drie weken.
Het verblijf valt hem geenszins zwaar want er wordt goed gezorgd voor de bewoners met rijkelijke maaltijden, concerten en een heerlijk bed voor de ligkuren. Hans merkt dat de tijd er een geheel andere betekenis krijgt. Zeven jaar lijkt lang, maar in werkelijkheid stelt het helemaal niets voor.
Ver weg, hoog boven het laagland bevindt Hans Castorp zich op de Toverberg die als metafoor staat voor tussentijd. De tijdloze ruimte tussen verleden en toekomst.
Citaat blz. 238: “De tijd kent in werkelijkheid geen cesuren, er barst geen onweer los, er schallen geen trompetten bij het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar, en zelfs bij dat van een nieuwe eeuw zijn wij mensen de enigen die kanonnen afschieten en klokken luiden”
In deze roman loopt tijd en tijdsbeleving als een rode draad door het verhaal en dat vraagstuk vind ik enorm boeiend omdat het dicht bij mijn eigen ervaringen komt van de voorbije jaren. Het overlijden van mijn moeder en mijn vele wandelingen door de natuur waar ik met een beetje geluk Kairos ontmoet.
Onmiskenbaar zijn er in deze magistrale roman ook paralellen te trekken naar onze huidige tijd waarin gezondheidswetenschap de nieuwe religie lijkt te zijn geworden…
In een lezing door Thomas Mann voor studenten van de Princeton University zegt hij over De Toverberg het volgende:
“Hoe dan ook, een document van de Europese zielstoestand en geestelijke problematiek uit het eerste deel van de twintigste eeuw zullen deze en latere generaties er ooit wel in zien”…
Herhaalt de geschiedenis zich? En kunnen we ons afvragen of we er überhaupt iets van geleerd hebben?
Van harte aanbevolen “Ter leering ende vermaeck”
Eigenlijk begon het allemaal met de foto’s die mijn (Facebook)-vriend Gerard Janissen op zijn tijdlijn plaatste.
Foto’s van heerlijk uitziende, zelfgebakken vloerbroden in allerlei variaties kwamen regelmatig voorbij. Het kon haast niet anders zijn dan dat ze ongetwijfeld ook heerlijk zouden smaken.
Behalve complimenten had ik in mijn reacties op de foto’s al vaker aangegeven dat het mij ook fantastisch leek om thuis zelf zo’n brood te bakken. Vorig jaar mocht ik met hem afspreken. Bij mooie zinrijke gesprekken en een goed glas wijn bakten wij die middag in november bij hem thuis samen een brood.
Sinds die dag is brood bakken een vrijwel dagelijks ritueel geworden. Mijn biologische klok en ikzelf hebben geen probleem met vroeg op staan. En nu hangt hier ’s morgens de geur van versgebakken brood in huis.
De afgelopen maanden kwam ik er steeds meer achter dat bakken geen sinecure is.
Ervaring is noodzakelijk om het gevoel voor het deeg te ontwikkelen. Door alleen al water met meel te vermengen gebeurt er iets wonderlijks dat in bakkerstermen autolyse wordt genoemd. Chemische processen worden in gang gezet waarbij het zogenaamde glutennetwerk zich ontwikkeld. De eiwitketens verlengen zich en het deeg wordt rek- en kneedbaar. Om de van nature aanwezige suikers in het graan om te zetten in koolzuurgas wordt gist toegevoegd. Een micro-organisme dat het brooddeeg laat rijzen wat sowieso een prachtig proces om te zien.
Behalve meel, water en gist is een andere hoofdrolspeler onontbeerlijk voor het bakken van een brood en dat is zout. Het probleem is dat de micro-organismen van het gist een hekel hebben aan zout. Toch zullen zout en de gist in het deeg elkaar moeten verdragen om uiteindelijk tot een smakelijk resultaat te komen.
De afgelopen maanden leerde ik hoe belangrijk verhoudingen en kloktijd bij het maken van een brood zijn. Hoewel er een algemene bakkersformule is leerde ik ook dat die niet altijd strikt kan worden toegepast. Elke meelsoort heeft behalve zijn eigen smaak ook een eigen karakteristieke eigenschap bij de ontwikkeling van een deeg. De ene meelsoort heeft net wat meer water nodig dan de andere of rijst wat minder of juist beter. Vooral wanneer je gaat experimenteren met combinaties van verschillende meelsoorten is het oppassen geblazen.
Steeds meer kom ik erachter dat kijken, beoordelen en voelen (vliesje trekken) het allerbelangrijkste zijn; gevoel voor het deeg ontwikkelen dus. Mij allergrootste uitdaging werd het bakken van een luchtig desembrood. Een desemstarter moet worden ontwikkeld en gevoed worden. Kneedtechnieken als stretch & fould, gebruik van rijsmandjes moeten geleerd worden.
Voor een eerlijk brood koop ik steengemalen meel rechtstreeks bij molen De Hoop in Swartbroek. of bij de Gitstappermolen in Vlodrop
Het mooiste compliment dat ik zo graag wil verdienen is de glimlach en instemmend knikje van Ria wanneer ze wakker is geworden van de geur van versgebakken brood. Soms kijken we elkaar aan en schieten in de lach om het zoveelste misbaksel dat deze amateurbakker uit de oven haalde.
Maar daar hebben de eendjes op de vijver achter ons huis dan weer helemaal geen probleem mee.

De natuur reikt je de helpende hand om ziel, geest en lichaam weer in evenwicht te brengen.
Nu het prachtige lenteweer mij deze week uitnodigde om te wandelen en te fotograferen heb ik dat weer eens intens ervaren. Genietend van de frisse lucht, de ontluikende schoonheid en het voorzichtige groen liep ik over opgedroogde paden en beklom boomtrapjes. En opnieuw is er altijd overal weer de verwondering over het heerlijke lichtspel.
Wat zou de wereld toch zoveel mooier zijn wanneer wij mensen elkaar meer zouden zien als zielen met een geest en lichaam dan omgekeerd…
Sporen zoeken
Weg van de weg
Dwalend in gedachten
Zoek ik richting
Onzekerheid en twijfel
Zoekend naar mijn huis
Verlangend naar mijn thuis
Waar ik hoor te zijn
Thuis vinden waar ik altijd was
Thuis vinden waar ik altijd ben
Thuis vinden waar ik zal zijn
In mijzelf
In mijn ziel
Hoe meer ik mij verbonden voel met de natuur, hoe meer ik de spirituele en mystieke betekenis van Golgotha ga begrijpen.
De dood van de mens Jezus van Nazareth waarin zich de Christus manifesteerde vind ik voortdurend terug in de natuur waar leven, lijden, sterven, dood maar ook verrijzenis een kosmische gegeven zijn. Wie het licht aan de horizon in de foto ziet kent zijn doel als mens en zoekt het pad dat bewandeld moet worden. In de verte hoor ik de hemelse muziek van Bachs Matthäus-Passion waarin elke noot er toe doet…


Verlang je soms net als ik naar een mooiere wereld?
Zonder enige tegenprestatie schenkt de Meester-schilder ons zijn Liefde en Licht.
Voor wie de tijd neemt om dieper te kijken ziet het.
In Zijn werk zit hoop en ook de belofte op een betere wereld.
Det lente is prachtig dit jaar 2025
Nog geen reacties.
Laat een reactie achter